Gendi-tips
-
1. Laat zien dat je open staat voor vragen over gender- en seksuele diversiteit
Je kunt als leerkracht goed laten zien dat je open staat voor een gesprek over gender- en seksuele diversiteit. Hoe? Bijvoorbeeld door een poster op te hangen in de klas, ‘roze’ verhalen voor te lezen, of een inclusief voorbeeld in de les te geven, bijvoorbeeld over twee moeders/vaders in plaats van een vader en een moeder. Hierbij hoef je verder geen expliciete nadruk te leggen op deze voorbeeldenBijvoorbeeld een rekensom waarin Ronald en Rashid een huishouden runnen. Een leestekst waar Sanne en Imani samen uit eten gaan. Een film of tv-programma kijken waarin toevallig ook geraakt wordt aan het thema gender- en seksuele diversiteit (bijvoorbeeld door een trans personage)., het terloops benoemen laat al zien dat je er mee bezig bent, want:
- het zet een sociale norm, en
- het biedt openingen voor gesprek.
Wanneer je het moeilijk vindt om hierover te praten, is het belangrijk om je eigen grens aan te geven, maar tegelijkertijd je leerling te ondersteunen: Ik heb niet voldoende tijd om / op school is de afspraak dat / over dit onderwerp kun je praten met / ik praat niet makkelijk over persoonlijke dingen, maar ik kan je begeleiden naar….
Geef zorgvuldig aandacht aan de ervaringen van een leerling die een persoonlijk verhaal vertelt. Bijvoorbeeld over een oom die getrouwd is met een man of een buurvrouw die ooit een buurman was. Of als deze zelf uit de kast komt. Persoonlijke verhalen maken de sfeer veiliger. Daarnaast maken de persoonlijke verhalen het lastig om iemand simpelweg te veroordelen; iemand leren kennen is een van de beste manieren om stereotype beelden te verminderen. Lees voor meer informatie over het delen van verhalen Een veilig klassengesprek voeren.
-
2. Sluit aan bij de belevingswereld van je leerlingen
Hoe ervaren je leerlingen hun eigen gender- en seksuele ontwikkeling en dat van een familielid, vriend(in) of kennis? Het allerbelangrijkste is: neem hun eigen woorden en zinnen als uitgangspunt. Zoek aansluiting bij hun belevingswereld van leerlingen, door een nieuwsgierige, geïnteresseerde houding ten aanzien van wat hen bezighoudt als het gaat om seksualiteit, relaties en gender.
De vergissing is gemakkelijk gemaakt om tegen je leerling te zeggen dat diversiteit geen probleem is, omdat jij zelf vindt dat het geen probleem mag zijn. Maar zelfs voor kinderen en jongeren in een accepterende omgeving kan het nog lastig zijn om ‘af te wijken’ of iemand te kennen die ‘afwijkt’. Bovendien worden lhbti+-kinderen niet in een lhbti+-gemeenschap geboren. Hun ontluikende gender- en/of seksuele identiteit is niet meteen zichtbaar. Ze hebben altijd de taak zich te emanciperen. Regelmatig kunnen ze zich afvragen of ze wel geaccepteerd worden. Erken de mogelijkheid van die worsteling. Voor zorgprofessionals, ook binnen de school, is een e-learning ontwikkeld die je helpt bij het vaardig worden met het stellen van goede vragen.
-
3. Zet het welbevinden van je leerlingen centraal
Wanneer je met je leerlingen praat is het belangrijk om hun welbevinden centraal te stellen. Dit zorgt ervoor dat zij zich optimaal en veilig kunnen ontwikkelen.
- Leg allereerst voor jezelf de nadruk op luisteren. Stel vragen als: ‘Hoe is … voor je?’, ‘Hoe ga je om met ..?’ Wanneer je luistert zonder oordeel, laat je zien dat je je leerling respecteert. Het is ook belangrijk om je leerling te respecteren als deze niet over persoonlijke dingen wil praten. Geef dan wel ruimte om met iemand anders te praten.
- Wees daarnaast voorzichtig met adviezen. Als een leerling onzeker is, kunnen adviezen overkomen als kritiek of verwijt. Laat de regie bij de leerling. Vraag naar oplossingen die de leerling zelf aandraagt. ‘Wat zou je willen dat ik wel/niet doe?’ Als dat moeilijk is, analyseer dan de situatie en geef verschillende mogelijke oplossingen in overweging. Maar essentieel daarbij is dat een leerling zich tot niets gedwongen voelt. Wanneer dit niet goed valt, kun je overwegen om vooral begrip te tonen en de leerling emotioneel te ondersteunen.
-
4. Neem een leerling voor persoonlijke vragen apart, anders kan het onveilig voelen
Heeft een leerling vragen die te ver voeren voor een klassikaal gesprek, bied dan aan om er later samen over verder te praten. Meteen een mooie kans om tegen alle leerlingen te zeggen dat ze bij je langs mogen komen als ze ergens één op één over willen praten.
Je kunt ook het klassikale gesprek stoppen en op een ander moment bepaalde leerlingen één op één hierover aanspreken. Dat kan de leerling zijn die persoonlijke vragen had of een leerling die (non-verbaal) ongemak uitstraalde tijdens de betreffende les. Je kunt vragen hoe de les voor hem/haar was. Je kunt vragen of de leerling behoefte heeft aan een gesprek, eventueel met de ouders. Of je vraagt alleen hoe het gaat. Herhaal de vraag die de leerling had of benoem het gedrag dat jij interpreteerde als ongemak; en laat het aan de leerling over om hier iets over te zeggen. Ga niet vissen of graven.
Zeg wat je voelt. En laat merken dat je het belangrijk vindt dat de leerling zich goed voelt. Je kunt hierbij bijvoorbeeld zeggen dat je je zorgen maakt.
-
5. Laat het aan de leerling wanneer en hoe deze vertelt over gender-, sekse- of seksuele diversiteit
Toon respect voor het moment en de manier van praten over onderwerpen omtrent gender- en seksuele diversiteit. Zo kan een leerling willen vertellen of praten over een coming-out, het hebben van twee ouders van dezelfde sekse, een transitie of seksediversiteit (intersekse).
Lhbti+-leerlingen zijn niet zichtbaar in hun identiteit. Daarom kunnen ze zich onzeker voelen over hoe ze overkomen als ze hierover praten. Een coming-out of iets kenbaar maken in de klas of school is nooit een doel op zich. Het is dus ook niet iets waar je als leraar op aanstuurt (onder het mom van: dat kan hier toch gewoon). Belangrijker is dat je als leerling oké bent/wordt met wie je bent. Dat een leerling voor zichzelf bepaalt hoe diens leven eruitziet is veel belangrijker dan tegen de wereld te zeggen hoe je seksualiteit en je gender eruitziet.
Sommige kinderen hebben in deze leeftijd al duidelijke gevoelens over hun gender of over hun seksuele voorkeur. Ze zijn in deze leeftijd vaak nog niet zodanig beïnvloed door de norm van heteroseksualiteit dat ze dit niet durven uiten. Negatief of aarzelend hierop reageren kan marginaliserend werken. Het uiten van je transseksualiteit of homoseksualiteit tegen de norm in, noemen we coming-out. Idealiter biedt een basisschool een sfeer waarin leerlingen geen coming-out nodig hebben, omdat ze hun gevoelens altijd op een vanzelfsprekende manier kunnen uiten.
-
6. Zorg dat je weet via welke weg je leerlingen kunt helpen met extra ondersteuning
Een lhbti+ leerling ondersteunen vraagt soms om meer. Het is handig als je Zorg dat je weet naar welke instanties je kunt doorverwijzen op het moment dat je leerling specifiekere zorg nodig heeft, en hoe. Gendi heeft een wegwijzer gemaakt. Betrek hier uiteraard de ouders en eventueel vertrouwenspersoon bij. Het is het beste als je deze vervolgstappen als school preventief en beleidsmatig hebt opgesteld.
Kennis & inspiratie
Lhbti+-leerlingen & zelfmoordpreventie
Hoe ondersteun je lhbti+ -leerlingen die kampen met depressieve gevoelens en zelfmoordgedachten? Diverse organisaties hebben daarover tools uitgebracht. Gendi zet ze voor je op een rijtje.
Zo zorg je voor een veilige school voor transgender leerlingen
Heb je een leerling in de klas waarvan je weet dat deze transgender is? Of gaat het gesprek in de klas of het team over gender en transgender? Dit artikel geeft informatie over hoe je zorgt voor een veilige sfeer.