Gendi-tips
Deze tips helpen je om als docent op de middelbare school met je klas op een veilige manier te praten over gender- en seksuele diversiteit.
-
1. Gebruik duidelijke gespreksregels in de klas.
Duidelijke gespreksregels zorgen voor meer veiligheid voor iedereen bij een klassengesprek over gender- en seksuele diversiteit. Het zorgt ervoor dat iedereen op respectvolle wijze deelneemt aan het gesprek.
Vraag de leerlingen zelf welke gespreksregels jullie willen opstellen. De ervaring leert dat ze een heel waardevolle inbreng hebben.
Voorbeelden van gespreksregels:- Respect voor elkaar
- Geen scheldwoorden / verboden woordenLeg uit dat bepaalde woorden niet kunnen, omdat deze kwetsend kunnen zijn.
- Naar elkaar luisteren
- Elkaar laten uitspreken
- Elkaar niet uitlachen
- Wat wordt besproken blijft binnen de klas
Het duurt vaak even voordat nieuwe gespreksregels worden nageleefd. Maar door ze regelmatig toe te passen en op reflecteren met je leerlingen, ontwikkelt de klas respectvolle gespreksvoering.
-
2. Doe niet mee met ongepaste opmerkingen of grappen
Wat voor de een voelt als een grap, kan voor een ander minder positief voelen. Een leerling kan zich buitengesloten of aangesproken voelen, terwijl de grappenmaker dacht een geintje te maken.
- Laat je niet verleiden mee te lachen met flauwe grappen. Geef als leerkracht hierin het voorbeeld.
- Wees je bewust van je eigen opmerkingen en humor.
- Reflecteer op je eigen normen, waarden en eigen (ingebakken) opvattingen over gender en seksuele diversiteit. Dit helpt je hier bewuster mee om te gaan in de les.
-
3. Wees je bewust van je taalgebruik en woordkeus
Jongeren die zich vaker buitengesloten voelen, hebben een gevoelige antenne voor woordkeuze. Jouw taalgebruik is niet alleen belangrijk voor deze leerlingen, maar een voorbeeld dat je stelt voor de hele klas. Docententaal is voorbeeldtaal.
Verdiep je in de woorden en gevoeligheden die er bestaan bij de lhbtiq+ gemeenschap. Wat wordt er precies verstaan onder ‘non-binair‘, ‘genderidentiteit’en ‘biseksualiteit’? En hoe gebruik ik die begrippen juist? Bijvoorbeeld:
- Een transgender persoon i.p.v. een transgender.
- Transitie i.p.v. ombouwen.
- Hetero zijn i.p.v. ‘Gewoon hetero’ zijn.
Vraag eens aan een collega of een leerling die al openlijk uit de kast is of zich inzet voor gender- en seksuele diversiteit, welke taal respectvol is. Je hoeft als leerkracht niet alle kennis in huis te hebben.
-
4. Wissel verhalen en ervaringen uit (en geen meningen)
Leerlingen roepen snel: dit vind ik! Maar voor een veilig gesprek is het belangrijker om te horen welke verhalen of ervaringen leerlingen kennen. Want de meningen van leerlingen zijn hen vaak meegegeven door hun omgeving en worden nog vooral ‘nagepraat’. Opvattingen die gebaseerd zijn op echte (eigen) ervaringen zijn veel meer waard. Zo krijgen leerlingen er oog voor waar opvattingen vandaan komen en hoe die functioneren.
- Vraag leerlingen naar welke verhalen zij kennen of hebben gehoord. Dit hoeven geen privéverhalen of -ervaringen te zijn (want seksualiteit en coming-out zijn erg privacy gevoelig) maar bijvoorbeeld verhalen die leerlingen kennen uit hun omgeving of verhalen uit de media.
- Waak ervoor dat verhalen niet over klasgenoten, andere leerlingen of docenten van de school gaan. Het gaat over verhalen die je kent, die je anoniem kan, maar niet moet delen.
-
5. Begrens kwetsende meningen & nodig uit voor een gesprek
Wil je nog meer grip krijgen op het begeleiden van een gesprek zodat het voor iedereen veilig is? Gebruik dan de methodiek ‘Begrenzen & uitnodigen’. Deze methode is bedacht voor situaties waarin een leerling bijvoorbeeld iets roept dat een grens over gaat, een mening geeft die leidt tot polarisatie, of iets zegt dat hele groepen mensen uitsluit.
Door te begrenzen werk je aan een positieve norm in de groep. Door uit te nodigen zorg je voor een veilig klimaat voor iedereen, doordat je in contact blijft met leerlingen die kritische geluiden of meningen laten horen. De combinatie van beiden is nodig voor een veilige sfeer.
Voorbeeld
Leerling Janneke: “Homo’s zijn altijd van die manwijven.”
(Dit is generaliserend en kan kwetsend zijn.)Opmerking leraar (begrenzen): “Wat ik jou nu hoor zeggen, daar schrik ik van. Dat is niet respectvol en kan kwetsend zijn.”
(Zeg niet: ik vind dit niet respectvol. Je bent misschien gewend om vanuit de ik-persoon te praten, maar dit kan averechts werken in een gesprek met heftige meningen.)Vraag leraar (uitnodigen): “Ik ben benieuwd hoe je aan deze mening komt.”
Mocht je graag meer willen weten over deze methodiek, dan raden we je aan om onze gratis training Dialoog onder Druk te volgen.
-
6. Besteed zorgvuldig aandacht aan het minderheidsstandpunt
Laat tijdens een gesprek in de klas zowel de meerderheid, de minderheid en de twijfelaars aan het woord. Spreek de leerlingen aan per individu, om het groepsgevoel te verkleinen. “Jij denkt hier zo over, wat denkt een ander?”. Let wel op dat het voor een leerling die een minderheidsstandpunt heeft, onveilig kan voelen om direct aangesproken te worden.
Breng eventueel zelf het minderheidsstandpunt in. Het gaat erom dat leerlingen zien dat er voor een kwestie verschillende standpunten zijn. En dat alle meningen ertoe doen, mits ze in overeenstemming zijn met de grondwet (niet discrimeneren, niet uitsluiten, niet …)
-
7. Zie emoties in het gesprek als leermoment
Als leerlingen en jijzelf emoties tonen in een (heftig) gesprek, kunnen alle partijen daar van leren. Je hoeft niet bang te zijn om de controle te verliezen of mensen te kwetsen, als je hebt leren omgaan met heftige emoties van jezelf en van anderen.
Jij als docent kan in een heftig klassengesprek zelf ook heftige emoties ervaren, zoals woede over een discriminerende opmerking. Dat is volstrekt normaal. Hoe ga je hier mee om?
- Maak even een pas op de plaats. Adem een paar tellen en probeer vervolgens objectief te observeren wat er gebeurt. Als je het gevoel hebt dat je weer enigszins rustig bent en pedagogische afstand kunt nemen (van je eigen emoties en die van de leerling), dan ben je klaar voor het begeleiden van de emotie van de leerling – en het daarna starten van een dialoog over wat er aan de hand is. In de dialoog die volgt, hoef je je eigen emoties niet volledig te verbergen, als ze ‘pedagogisch verantwoord’ zijn. Laat je in ieder geval niet meeslepen in een pingpong-discussie.
- Benoem de getoonde emotie van de leerling (en van jezelf), daarmee erken je emotie en de leerling en kan de emotie zakken.
- Vraag wat er achter de emotie zit. Hoe komt het dat je zo boos/verdrietig bent? Als iemand negatieve emoties van boosheid en angst heeft, zijn die vaak gebaseerd op de vrees dat de eigen vertrouwde waarden en normen in twijfel zullen worden getrokken of zelfs aangevallen gaan worden.
- Voer dan de dialoog verder over normen en waarden achter de emoties.
-
8. Voorbereiding is het halve werk
Bereid je voor op gesprekken over gender- en seksuele diversiteit die je gepland hebt óf die zich spontaan in de klas voordoen. Daarbij bedenk je eerst hoe je nu zou reageren op bepaalde opmerkingen van leerlingen. Bijvoorbeeld een flauwe grap over lesbische vrouwen. Of een jongen die zegt dat hij vader van drie kinderen wil worden met zijn vriend. Onderzoek daarna aan de hand van onderstaande drie punten hoe je zou willen reageren.
- Je persoonlijke houding: hoe ga je om met je eigen opvatting(en) en emoties in een gesprek? Weet je wat voor (soort) opmerkingen jou triggeren? Waarvan word je boos of wat raakt jou? En hoe zou je daar professioneel mee om willen gaan?
- Je rol als gespreksleider: hoe bereid je jezelf voor op het aannemen van een gepaste rol? Ook als het gesprek zich spontaan aandient. Bekijk de visual Docentrollen voor mogelijkheden.
- Je pedagogisch-didactisch handelen: hoe kun je een gepland gesprek over gender- en seksuele diversiteit voorbereiden zodat het prettig en veilig verloopt? Denk bijvoorbeeld aan de opstelling van de klas, aan welke voorbeelden je gebruikt en toont en wat dit kan oproepen bij de leerlingen, is het sociaal veilig om werkvormen in te zetten, hoeveel tijd heb je daadwerkelijk beschikbaar voor een gesprek (en past dit binnen het doel dat je met het gesprek hebt)?
Kennis & inspiratie
10 tips voor een veilig klassengesprek over seksuele diversiteit
Deze tips helpen je om veilig in de klas te praten over gender- en seksuele diversiteit op de basisschool. Inclusief tools die je kunt inzetten om ze in de praktijk te brengen.
Praten over transgender in de klas
Heb je een leerling in de klas waarvan je weet dat deze transgender is? Of gaat het gesprek over gender en transgender? Deze tips helpen om het veilig te houden in de klas.