voles-tips

Aandacht voor gender- en seksuele diversiteit kan bij alle vakken. Zo maak je het onderwerp zichtbaar en bespreekbaar op school. Bekijk onderstaande lestips van Gendi. 

Lestips

Voorbereiding 

Je weet nooit hoe leerlingen zullen reageren als een lhbti+ onderwerp (terloops) ter sprake komt. Dat kan spannend zijn. Bereid je daarom altijd voor en zorg voor een veilige sfeer in de klas. Dat kan met behulp van onderstaande Gendi-tips en tools: 

1.Lief, liever, liefst

  • Bestel de leesbundel Lief, liever, liefst via uitgeverij Boom. Laat leerlingen een of meerdere van de dertien fragmenten lezen waarin meisjes verliefd worden op jongens, maar ook op meisjes, en jongens op jongens en waarin jongeren voorkomen die zich niet identificeren met het geslacht waarmee ze geboren zijn. De fragmenten zijn afkomstig uit oorspronkelijk Nederlandstalige jeugdliteratuur. Maak daarna de bijbehorende opdrachten. De bundel en docentehandleiding vind je op de website van uitgeverij Boom.

2. Regenboogboeken

 

 

 

 

 

 

  • Laat leerlingen (in tweetallen of groepjes):
    – Een korte presentatie geven in over de inhoud van het boek, de auteur, en of en hoe het boek je mening of je kennis over het thema heeft aangevuld of veranderd.
    – Een boekrecensie of review schrijven.
    – Een nieuwe omslag voor het boek ontwerpen met zichtbaarheid van het thema.
    – Een gedicht schrijven dat bij de thematiek van het boek past.
    – Een brief schrijven aan de hoofpersoon of een personage in het boek.

Bespreek het voorgelezen fragment van het boek klassikaal na met aandacht voor het thema. Door bijvoorbeeld de vraag te stellen: Hoe komt het lhbti+ thema aan bod in dit boek? Wie is de hoofdpersoon? Hoe ontwikkelt deze zich gedurende het verhaal? Hoe verhoudt de hoofdpersoon zich tot het thema?


3. Poëzie en gedichten

  • Lees een gedicht voor in de klas met een lhbti+ thema, zoals Tante Ben van Pim Lammers. Bekijk voor inspiratie de pagina over Poëzie en gedichten in de klas van Gendi.
  • Bespreek het gedicht na in de klas. Laat leerlingen betekenissen zoeken bij woorden als ‘gender’ en ‘non-binair’. Gebruik de Begrippenlijst.

Tante Ben
Soms vragen kinderen aan mij:
is je tante man of vrouw?
Maar ik weet het niet:
tante Ben draagt jurken,
alleen nooit roze, altijd blauw.
Tante Ben heeft een hagedis met de naam Otje,
drinkt cassis bij het ontbijt, neemt de telefoon op
met ‘Wat mot je?’, heeft een driedagenbaard,
draagt lippenstift en is dol op mokkataart.
Tante Ben speelt viool, spaart postzegels,
heeft een hoge stem, tienduizend volgers
op Instagram, een zeilboot, een ligfiets,
maar goed, dat zegt natuurlijk niets.
Tante Ben past nergens bij,
valt in elk hokje uit de toon.
Dus ik dacht, ik vraag het gewoon:
‘Ben jij een hij of een zij?’
Tante Ben antwoordt:
‘Geen hij, zij, hem of haar voor mij,
ik hoor liever hen of die.’
‘Die?’ vraag ik. ‘Hen?’
Die glimlacht.
‘Zeg jij maar gewoon tante Ben.’

Gedicht van Pim Lammers


4. Genderinclusieve taal

  • Geef uitleg over wat genderinclusief taalgebruik is en noem voorbeelden.

    Als je iedereen wilt aanspreken, is het onontkoombaar om over aanspreekvormen na te denken en taalgebruik inclusief te maken. Zo doe je recht aan de bestaande gender- en seksediversiteit. Genderinclusief taalgebruik draagt er bovendien aan bij dat er minder nadruk komt te liggen op gender of sekse. Vaak is het maken van onderscheid in sekse en gender helemaal niet relevant. Als we steeds spreken in termen van man en vrouw, ook als dat geen functie heeft, versterken we het beeld dat dat onderscheid heel belangrijk is en versterken we de stereotypen en ongelijkheden die daarbij horen. (Bron: Movisie).

  • Laat leerlingen (online) voorbeelden zoeken van genderinclusieve taal. Denk aan de NS die ‘beste reizigers’ gebruikt in plaats ‘beste dames en heren’.
  • Laat leerlingen een genderstereotype tekst (bijvoorbeeld een brief van een overheid of een vacaturetekst) vertalen naar een (meer) genderinclusieve tekst. Raadpleeg de website van de Taalunie.
  • Zoek samen met je leerlingen naar genderneutrale woorden voor bestaande woorden en aanspreekvormen. Denk aan juf/meester > leerkracht. Laat ze eventueel zelf nieuwe genderneutrale termen bedenken, zoals broertje/zusje> brusje.
  • Geef je tijdens grammatica uitleg over voornaamwoorden. Heb het dan ook over de ontwikkelingen daarin en dat taal voortdurend veranderd. Vraag je leerlingen naar hoe zij voornaamwoorden gebruiken. En hoe spreken ze anderen aan?

Over het verwijzen naar een non-binaire persoon, naar personen van wie het gender niet bekend is en ook naar personen in het algemeen is geen overeenstemming. Dit is een proces dat in ontwikkeling is. Op dit moment lijken die en enkelvoudig hen het meest kansrijk, eventueel uitgebreid met diegene, met als bezitsvormen diens en enkelvoudig hun. Bron: de Taalunie.

Een veilige school, ook voor lhbti+ leerlingen.